Kansspelautoriteit straft BetCity met miljoenenboete.
- Hanjo Mastenbroek

- 30 okt
- 5 minuten om te lezen

Stel je voor: een jongvolwassene, 21 jaar, stort in slechts twee weken tijd tienduizenden euro’s bij een online gokaanbieder. De signalen zijn daar: veel stortingen, nachtelijk spelen, forse verliezen. Maar er wordt pas ingegrepen als het al bijna te laat is. Precies zo’n scenario tekent zich af bij BetCity.
De Ksa heeft namelijk vastgesteld dat Betent B.V., de vergunninghouder achter BetCity, de zorgplicht jegens haar spelers onvoldoende is nagekomen. De toezichthouder legt daarom een boete op van € 2.650.000. In de officiële bekendmaking staat dat bij een selectie van tien jongvolwassen spelers (18 t/m 23 jaar) in alle dossiers overtredingen zijn geconstateerd.
Concreet: in één geval verloor een speler in korte tijd circa € 45.000. Pas nadat deze speler al € 64.000 had overgemaakt, stelde BetCity de stortingslimiet bij van € 100.000 naar € 400. Dat vond de Ksa te laat en onvoldoende.
Bestuursvoorzitter Michel Groothuizen van de Ksa werd geciteerd: “We hebben een vergunde kansspelmarkt vanuit de gedachte dat wie wil gokken, dat veilig kan doen. Daarom hebben aanbieders een zorgplicht naar hun spelers en moet er adequaat gereageerd worden op onmatig spel. Grote verliezen zijn daar een belangrijk signaal.”
Wat opvalt:
Het betrof jongvolwassenen, een groep die in het toezicht steeds vaker als kwetsbaar wordt beschouwd.
De boete is volgens meerdere bronnen de hoogste tot nu toe die de Ksa heeft opgelegd voor schending van de zorgplicht.
BetCity heeft laten weten in beroep te gaan omdat het van mening is dat de regels omtrent de zorgplicht tijdens de onderzochte periode niet voldoende duidelijk waren en dat individuele omstandigheden onvoldoende zijn meegewogen.
In de praktijk betekent dit dat de hele branche zich bewust moet zijn: de toezichthouder is niet langer slechts op de achtergrond actief, maar treedt steeds scherper op wanneer signalen van risicovol speelgedrag zich aandienen. Deze zaak kan daarmee gezien worden als een belangrijke waarschuwing, vrijheid om aan te bieden is gekoppeld aan zorgvuldigheid richting spelers.
Juridische context & uitleg
In de praktijk zie je dat aanbieders vaak goed bezig zijn met marketing, website, registratie en bonusvoorwaarden, maar wat vaak complexer is, is het invullen van de zorgplicht zoals bedoeld in de Wet op de kansspelen (Wok) en het daarbij behorende uitvoeringsrecht.
Wettelijke grondslag
Artikel 4a, eerste lid, van de Wok bepaalt dat een vergunninghouder “de maatregelen en voorzieningen treft die nodig zijn om verslaving aan de vergunde kansspelen zoveel mogelijk te voorkomen”. Deze formulering is op het eerste gezicht abstract, maar impliciet betekent het dat aanbieders actief moeten toezien op risicovol spelgedrag en tijdig moeten ingrijpen.
Daarnaast stelt de Wok dat de vergunning wordt gekoppeld aan voorschriften (art. 30d). De uitvoeringsregelgeving, zoals het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen en de bijbehorende Regeling, concretiseert de zorgplicht verder. Zo spreekt de beleidsregel over het analyseren en registreren van speelgedrag door de vergunninghouder, het voeren van persoonlijk contact bij een redelijk vermoeden van onmatige deelneming, en het inzetten van passend ingrijpen.
Praktische verplichtingen van aanbieders
In de praktijk betekent de zorgplicht onder meer dat een vergunninghouder:
een actuele en deugdelijke risicoanalyse uitvoert van het kansspelaanbod (volgens art. 3.1.9 van de beleidsregels).
speelgedrag van spelers monitort, registreert en analyseert, om signalen van onmatige deelneming of risicovol gedrag vroegtijdig te herkennen (art. 3.1.12 beleidsregels).
bij het opmerken van een signaal, binnen een redelijke termijn een passend interventie‑ of ingrijpingsmaatregel treft. Dat kan variëren van het instellen van limieten, blokkeren van stortingen, persoonlijk contact, tot doorverwijzing naar hulpverlening. (art. 18 Besluit wrvk en uitvoerig uitgewerkt in art. 3.1.12 beleidsregels)
extra aandacht schenkt aan kwetsbare groepen, bijvoorbeeld jongvolwassenen, spelers met kenmerken van risicovol gedrag, personen met laag inkomen, of problematische historie, zoals genoemd in art. 3.1.10 beleidsregels.
Consequenties bij niet‑naleving
Wanneer een vergunninghouder zijn zorgplicht niet naleeft, kan de Ksa sanctioneren: een boete, last onder dwangsom, of intrekking van de vergunning. In de zaak tegen Betent/BetCity baseerde de Ksa haar besluit op grond van art. 35a Wok (de sanctiebevoegdheid).
Belangrijke punten zijn: de ernst, duur en omvang van de overtreding spelen mee bij de hoogte van de boete; de kwetsbaarheid van betrokken spelers; en of de vergunninghouder daadwerkelijk actie had kunnen of moeten ondernemen. In het BetCity‑geval erkent de Ksa dat er sprake was van structurele tekortkomingen in de bescherming van jongvolwassen spelers.
Waarom deze zaak representatief is
In de praktijk zie je dat veel aanbieders vooral focussen op de ‘vergunning‑en‑marketing’ kant, terwijl de continue monitoring en interventieprocessen complexer zijn. De rol van de toezichthouder verandert: er is intensiever dossieronderzoek en meer aandacht voor de effectiviteit van de zorgplicht, niet alleen of de regels op papier staan.
Voor aanbieders betekent dit: je moet externe processen hebben ingericht (risicoanalist, monitoringsystemen, interventieprotocollen), én je moet kunnen aantonen dat je ze ook daadwerkelijk bruikbaar hebt toegepast.
Conclusie
De boete van € 2.650.000 voor Betent / BetCity is meer dan slechts een sanctie; het is een signaal. Een signaal dat aanbieders van kansspelen, online of fysiek, niet alleen vergunningen beheren, maar ook écht verantwoordelijk zijn voor het detecteren en tijdig interveniëren bij risicovol speelgedrag, zeker onder jongvolwassenen.
Wettelijk staat de zorgplicht al verankerd (art. 4a Wok e.v.), maar deze zaak maakt duidelijk dat in de praktijk de toets komt op uitvoering. Wie pas ingrijpt nadat grote verliezen zijn gemaakt loopt het risico op zware consequenties. Daarom: in de praktijk is het niet voldoende om protocollen op te stellen, het gaat om gebruik daarvan, tijdige signalering en duidelijke actie.
Veelgestelde vragen (FAQ)
Wat houdt de zorgplicht precies in voor kansspelaanbieders?
De zorgplicht betekent dat een vergunninghouder maatregelen en voorzieningen moet treffen om verslaving en ander problematisch spelgedrag zoveel mogelijk te voorkomen (art. 4a Wok). Concreet vereist dit dat de aanbieder het speelgedrag actief monitort, signalen van risicovol spel herkent, en ingrijpt door bijvoorbeeld limieten aan te passen, contact op te nemen of hulp aan te bieden.
Waarom worden jongvolwassenen als extra kwetsbaar beschouwd?
In de regelgeving en beleidsregels is expliciet opgenomen dat groepen zoals jongeren of jongvolwassenen (<24 jaar) mogelijk extra risicovol gedrag kunnen vertonen en dus bijzondere aandacht verdienen in het verslavingspreventiebeleid (art. 3.1.10 beleidsregels). In de BetCity‑zaak speelde dit dus sterk mee.
Welke interventies zijn passend bij signalen van onmatig spel?
Afhankelijk van de ernst van de signalen kunnen verschillende interventies passend zijn, van waarschuwing of limitstelling tot onmiddellijke blokkering van deelname en persoonlijk contact (art. 18 Besluit wrvk en art. 3.1.12 beleidsregels). Het moet proportioneel zijn en tijdig worden toegepast.
Wat kan een aanbiedende partij doen om de zorgplicht goed na te leven?
Zorg voor een actuele risicoanalyse van het spelaanbod.
Implementeer een effectief risicodetectiesysteem dat speelgedrag registreert en analyseert.
Stel duidelijke protocollen op voor interventie wanneer signalen optreden.
Documenteer de genomen stappen (verslagen, communicatie, beslissingen).
Besteed aandacht aan kwetsbare groepen en evalueer het beleid regelmatig.
Wat zijn de gevolgen als de zorgplicht niet wordt nageleefd? De vergunninghouder loopt het risico op handhaving door de Ksa: boetes, openbaarmaking van het besluit, mogelijk last onder dwangsom of verlies van vergunning. De hoogte van de boete hangt af van ernst, duur, aantal betrokken spelers, en de mate van nalatigheid. De BetCity‑zaak toont hoe zwaar deze consequenties kunnen zijn.



















