Tijdens een gezamenlijke verkeerscontrole eerder dit jaar werden een vrachtwagenchauffeur en zijn bijrijder ondervraagd. Zij gaven aan “op proef” te werken voor het bedrijf. Uit administratieve gegevens bleek echter dat zij al jarenlang structureel voor hetzelfde transportbedrijf werkzaam waren. Dit riep direct vragen op over de naleving van arbeidswetgeving en de juistheid van de arbeidsrelatie.

Schijnconstructies via onderaannemers

Vervolgonderzoek wees uit dat de werkzaamheden plaatsvonden via een keten van onderaannemers. De laatste schakel in deze keten had geen eigen personeel in dienst en liet chauffeurs rijden zonder hen formeel in dienst te nemen of loon uit te keren. Sommige chauffeurs waren zelfs afhankelijk van een uitkering en werkten al jaren onder deze constructie, zonder eerlijk salaris of sociale zekerheid.

Waarom de boete zo hoog uitvalt

Het niet of onvoldoende meewerken aan een onderzoek van de Arbeidsinspectie geldt als een ernstige overtreding. Wanneer een werkgever weigert de gevraagde gegevens te overleggen, kan de inspectie een forse sanctie opleggen. In dit geval loopt de boete op tot maximaal €120.000. Dit laat zien dat de overheid hard optreedt tegen constructies die werknemersrechten ondermijnen.

Wat dit betekent voor ondernemers

Deze zaak benadrukt dat transparantie en correcte administratie onmisbaar zijn. Ondernemers die personeel inzetten via onderaannemers moeten zich ervan verzekeren dat er geen schijnconstructies ontstaan. Correcte arbeidsovereenkomsten, eerlijke loonbetaling en naleving van de Wet minimumloon zijn cruciaal om boetes en reputatieschade te voorkomen.

Conclusie

De Rotterdamse casus is een waarschuwing voor de hele transportsector én daarbuiten. Bedrijven die weigeren mee te werken aan controles of zich bedienen van ondoorzichtige constructies, lopen niet alleen het risico op zware financiële sancties, maar schaden ook het vertrouwen van werknemers en de samenleving.